De Sardana en Flamenco

Categorie: 
Overige
Dutch

DE SARDANA
De met enige energie geladen en toch gratieuze, nationale Catalaanse dans, de 'sardana', heeft met zijn obsederende muziek van houten blaasinstrumenten een hypnotiserende werking op alle Catalanen.
De precieze oorsprong van deze dans is niet bekend. Wel beschrijft Homerus in de 'Ilias' een Griekse dans die er sterk op gelijkt. Men vermoedt dat de Grieken de dans bij hun komst naar Ampurias en elders langs de kust hebben geïntroduceerd.
De moderne 'Sardana' dateert van het einde van de 18de eeuw, en werd in de 19de eeuw nieuw leven ingeblazen door een enthousiaste in Figueras woonachtige Andalusiër, Jos‚ "Pep" Ventura, door 'aficionados' wel "Pep van de tenora" genoemd (een toespeling op het snijdende geluid van het klarinetachtige instrument, dat door de 11-koppige begeleidingsgroep, de 'cobla', wordt bespeeld.)
De sardana is van een bedrieglijke eenvoud en wordt, behalve bij speciale gelegenheden in de gewone daagse kleding gedanst. De dansers vormen een kring, die zich steeds weer voor nieuwkomers opent. Wordt de kring te groot, dan wordt er eenvoudig een nieuwe gevormd. Bij gebrek aan ruimte worden er kringen binnen de kring gevormd. Elke kring heeft een leider die de maat en de veranderingen aangeeft. Als hij een fout maakt verliest de kring zijn ritme en raakt achter op de muziek.
Maar het opzienbarende van de sardana, is de mentaliteit die de dans uitstraalt. In de weekends wordt hij in vele toeristenoorden gedanst, waarbij de rangen en standen vervagen. Dokters en boeren, studenten en huisvrouwen, allen dansen in dezelfde kring. Wat de maatschappelijke positie ook moge zijn, de sardana herinnert hen eraan dat ze allen Catalanen zijn.
Theoretisch kunnen ook de toeristen meedansen, maar enige omzichtigheid lijkt geboden. Een ongeschreven regel zegt namelijk dat een danser alleen een kring binnengaat als hij zich ermee kan meten. Wie dat niet kan wordt eenvoudig weer uit de kring gestoten.

DE FLAMENCO
De flamencomuziek en dans is in Andalusië ontstaan. Dit gebied is nog steeds een bolwerk van deze kunst. U kunt in Barcelona en in de grotere toeristenplaatsen zeker een 'tablao' bijwonen - een floorshow met gitaristen, zang en dans. Men vermoedt dat de flamenco van Moorse oorsprong is; de muziek heeft opvallend veel overeenkomst met de klagende melodieën uit de Arabische muziek.
In de flamencoliederen worden twee groepen onderscheiden.
De ene is wat vlotter en opgewekter en staat bekend als de 'cante chico' (het lichte lied). Hieronder vallen 'fandangos, sevillanas, bulerias, alegrías en malagueñas'. De cante chico bezingen lichte, maar soms ontroerende onderwerpen.
De tweede groep liederen is de 'cante jondo' (het lied van de ziel). De langzame, indringende en bijna altijd bruut emotionele liederen gaan over de raadselen van de liefde en dood en de menselijkheid. De grote flamencozangers zingen vaak deze laatste soort.
Toch zult u als toerist maar zelden een echte cante jondo te horen krijgen. Bij de 'tablao flamenco' hoort u vooral de 'cante chico'. Deze shows met een drankje en een zekere toeschouwersparticipatie worden in vele toeristenoorden gegeven.